Tout suffocant
Et blême, quand
Sonne l'heure
Je me souviens
Des jours anciens
Et je pleure
~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~
Waar ooit de schuit stroomopwaarts stoomde, de Weg naar Noord lonkte en Balannekes Zilveren lokken statig wapperden in Zuid-Oosterwind
Waren ditmaal Nuther Goden de mannen minder goed gezind
Voorwaar de troepen uit het zuiden, gelederen gesnoeid, den Dieke was naar Stad der Liefde,
En Pornosmurf was de gegriefde
Noordwaarts liep de Nuther draad, door Moirae reeds bepaald, dankzij Klotho zorgvuldig gesponnen
De val stond open, uw teampje ging en werd prompt overwonnen
Waar de dag vol goede moed aanving, den Colonel bevreesd,
de wagens half afgevuld, liet Sjnikkel ons bedeesd
Eenmaal half of volledig gearriveerd, den koning had gedronken, het publieke afgeladen
Wij konden slechts versmaden
De zau begon, licht opgewarmd, Lachesis grijnsde wreed
Atropos, die stomme köt, had goed belegd in Nuth's doodskleed
De leiding floot, de bal week af, tranen biggelden, geen euforie
Victorie werd historie
Vier sets geen genade, de gifbeker moest leeg,
Hornox wist niet waar te staan, speelde wisselstrateeg
Zo liep ons potje vroeg ten einde, men zag ons wild geraas,
tevree wees men ons de kantine, men had daar bitterballen, concludeerde ik in mijn relaas
De zon zakte, de avond klam,
een maagje knorde, friture Beegden kwam
Maar niet getreurd want Peelpush lonkt,
dus zaterdag aanstaande, is het Nuth dat vonkt
Was getekend,
Fistel, hofleverancier der smeuïge zau